Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk kleden met unieke ontwerpen de nieuwe tentoonstelling in museum Singer Laren aan. Het designduo mocht van zichzelf alleen maar papier en verf gebruiken.
Sophie Meijer schreef er in De Volskrant het volgende stuk over.
Het ‘rozewolkgevoel’ onderstrepen, dat is Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk gelukt in museum Singer Laren
Voor hun ‘vrolijke en ambachtelijke’ ontwerp voor de nieuwe tentoonstelling in Larenmocht designduo Kiki & Joost van zichzelf alleen maar papier en verf gebruiken.
Een fontein van stroken paars, blauw en wit papier die in de richting van alle hoeken van de zaal afbuigen overspoelt de bezoeker midden in de dubbeltentoonstelling Henri Martin & Henri Le Sidaner in Singer Laren. Het is het opvallendste element dat Kiki van Eijk (46) en Joost van Bleiswijk (48) hebben toegevoegd aan de tentoonstelling: ‘Sommige bezoekers schrikken daar misschien wel van.’ Met hun hedendaagse en kleurrijke ontwerpen willen zij zorgen voor een frisse blik op de schilderijen van de neo-impressionistische kunstenaars.
Woensdag opende in Singer Laren de expositie vol lieflijke post-impressionistische schilderijen; tuinen, weiden, bloemen, Henri Martin (1860-1943) en Henri Le Sidaner (1862-1939) wijdden er hun leven aan. Het is niet de stijl waar ontwerpduo Kiki & Joost, beiden afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven, bekend om staan. Van Eijks werk is verfijnd, frivool en poëtisch, anderzijds is het werk van Van Bleiswijk constructief, uitgesproken en stoer.
Achterkleinzoon van de kunstenaar
Toch passen de designers bij de post-impressionisten, vindt museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm. Bij hem zorgt de dromerige en vredige kunst van Martin en Le Sidaner voor een ‘rozewolkgevoel’. Via het tentoonstellingsontwerp van Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk met hun ‘vrolijke en ambachtelijke stijl’ wil De Lorm dit effect uitvergroten. Hij hoopt dat de bezoekers van de dubbeltentoonstelling even kunnen ontsnappen aan de grijze werkelijkheid. Het ontwerpduo maakte eerder een bank voor buiten het museum, maar gaf nog niet eerder een tentoonstelling vorm.
De dubbeltentoonstelling is samengesteld door Yann Farinaux, de achterkleinzoon van Le Sidaner, en reisde eerder langs musea in Japan en Frankrijk. Le Sidaner en Martin waren bevriend, maar ze waren ook concurrenten. Museum Singer Laren wilde een eigentijds tintje toevoegen aan hun ietwat brave kunst.
‘Toen we werden gevraagd, hadden we meteen een heel bijzonder gevoel bij het grote werk van Martin van het meisje in de bloemenweide waar de tentoonstelling mee begint’, vertelt Van Eijk. In hun ontwerp herhalen Van Eijk en Van Bleiswijk thema’s die terugkeren in de schilderijen. Zo zet de bloemenweide die te zien is op het grote schilderij van Martin zich voort in een slinger van papieren bloemen in dezelfde kleuren als de weidebloemen. Volgens conservator Anne van Lienden flirt Martin met dit werk, dat hij aan het begin van zijn carrière maakte, nog met het symbolisme. ‘Het is een meisje dat in een weiland loopt met een bloem in haar hand, maar het schilderij is misschien ook wel een symbool voor de lente.’
Herontdekte werken
Een glimp naar de volgende museumzaal moet de nieuwsgierigheid van de bezoeker prikkelen. Door over de zichtlijnen na te denken wordt de tentoonstelling volgens Joost ‘niet eentonig en zit er een goed ritme in’. Hij wijst ons op een strategisch geplaatst schilderij in de volgende zaal. De kleuren van het schilderij geven een voorproefje van wat nog komen gaat in de rest van de tentoonstelling.
Een museumzaal is exclusief gereserveerd voor kunstwerken van Martin. De schilderijen in deze ruimte zijn al heel lang niet getoond. Kort geleden zijn ze herontdekt bij nazaten van Henri Martin. Van Eijk en Van Bleiswijk benadrukken de graanvelden die te zien zijn op de schilderijen door middel van een rij papieren graanhalmen die in het midden van de zaal opdoemt en boven de bezoekers uittorent. De gele verfstroken op de muur die Van Bleiswijk heeft aangebracht, zorgen voor een zonovergoten sfeer. De oplettende kijker heeft inmiddels gezien dat het duo slechts papier en verf heeft gebruikt in hun ontwerp.
‘We hebben onszelf de regel opgelegd dat we geen andere materialen zouden gebruiken.’ Daarmee willen de twee de bezoeker de ruimte geven om een eigen idee te ontwikkelen bij de tentoonstellingsvormgeving: ‘Papier laat het meeste over aan de verbeelding.’ In hun gebruik van verf kozen de designers voor de toets die het (post-)impressionisme kenmerkt.
Trap op om te kijken
In een van de laatste ruimten hangen geschilderde portretten van onder meer de families van Martin en Le Sidaner. Ze hangen op een opvallende manier op verschillende hoogtes. Van Bleiswijk legt uit: ‘Door ze zo te hangen, krijgen ze een soort interactie, een verbinding met elkaar.’ De bezoeker wordt in deze zaal plotseling zelf onderdeel van de kunst: ‘Doordat je soms een andere houding moet aannemen om een portret te bekijken of zelfs de trap moeten gebruiken die we hebben geplaatst.’
Hoewel de hedendaagse stijl van het tentoonstellingsontwerp een contrast vormt met de neo-impressionistische stijl van de schilders, is het volgens Van Eijk de mogelijke impact van hun werk die de twee duo’s met elkaar verbindt. ‘Waar het om gaat is of je je kunt onderdompelen in het werk. Als je op dat gevoelsniveau in een kunstwerk zit, doet de rest er niet meer toe’, zegt ze. De Lorm is het daar mee eens: ‘Zowel Martin en Le Sidaner als Kiki en Joost kunnen toveren met techniek.’
De dubbeltentoonstelling Henri Martin & Henri Le Sidaner is t/m 11/5 te zien in museum Singer Laren.